UIT DE PASTORIE – november/december 2017

Ik vraag me wel eens af …

                                            wanneer doe ik genoeg?

Ben je een mini of een maxi?
Deze vraag gaat niet over je kledingmaat maar over je mate van verantwoordelijkheidsgevoel. Mini’s voelen zich zelden verantwoordelijk en komen dan ook niet zo snel in beweging om te helpen. Ze vinden vaak dat ze wel genoeg doen. Maxi’s daarentegen hebben juist heel veel verantwoordelijkheidsgevoel. Als ze niet uitkijken zelfs TE veel. Maxi’s hebben gemakkelijk last van het ‘nooit-goed-genoeg’ virus. Als ze ontspannen tijd voor zichzelf nemen voelen ze zich snel schuldig, dat ze niet nuttiger bezig zijn. En als iemand niet uit de problemen komt, nemen ze het zichzelf kwalijk, dat ze geen betere hulp hebben geboden. En ook al ben je geen maxi, hoogst waarschijnlijk ken jij die gevoelens ook wel. Hoe ga je daarmee om? Hier volgen vijf punten die kunnen helpen om in balans te leven.

  1. Accepteer dat er altijd meer nodig is dan wat jij kunt verhelpen
    Toen ik jonger was zei een wijze vrouw eens tegen mij: ’Wil, waar mensen zijn, daar zijn problemen.’ Die uitspraak is bij mij blijven hangen, want ze is zo waar. Het helpt me om realistisch te zijn. Als het ene is verholpen duikt er ergens anders wel weer een andere nood op. Om zonder te grote stress te leven in zo’n gebroken wereld heb je ook punt 2 nodig.
  2. Sta er bij stil dat jij er ook mag zijn
    Er is altijd een zeker spanningsveld tussen onze eigen behoeften en wat anderen nodig hebben. We hebben bijvoorbeeld zelf behoefte aan ontspanning, aan tijd met ons gezin, met familie of vrienden. We willen doorgroeien en zoeken tijd om ons te ontwikkelen. Maar er zijn ook mensen en situaties, die om onze aandacht vragen. In de kerk willen we leren om in balans met dat spanningsveld om te gaan. Filippenzen 2:4 stimuleert ons om oog te hebben voor zowel onze eigen belangen als ook voor die van anderen. Onze eigen belangen tellen ook mee. Leef verstandig en kies activiteiten die jij, zoals jij bent, aan kunt. Dat kiezen is niet altijd gemakkelijk. Vandaar punt drie.
  3. Zie jezelf als een medewerker, niet als de eindverantwoordelijke
    Je kunt niet het hele dorp, de hele kerk of je hele familie op je nek nemen. Je bent geen Schepper, die alles kan dragen. Je bent slechts een medewerker van de Schepper, die zegt dat Hij Zijn werk zal afmaken. (Ps 138 HSV). We mogen Hem in gebed vragen ons te leiden. Zonder ontmoedigd te worden. Vandaar dat ook punt 4 belangrijk is.
  4. Waardeer het weinige dat je wèl kunt doen
    Een jongetje zag hoe de vloed duizenden zeesterren op het lange strand had achtergelaten. Ze zouden zeker doodgaan als ze daar lang bleven liggen. Hij begon ze een voor een in het water te gooien. Een oude man liep langs en zei cynisch: ’Ach, kereltje, dit is onbegonnen werk. Het strand hier is veel te groot. Wat je doet heeft geen zin.’ Het jongetje keek naar de spartelende zeester in zijn hand en zei: ’Nee meneer voor de meesten maakt het niets uit, wat ik doe. Maar voor deze ene wel.’ En hij gooide hem terug in zee. Toen het jongetje even later door zijn vader werd geroepen liep hij terug naar de dijk. In de verte zag hij een oude man enkele zeesterren in zee gooien.
  5. Met liefde
    ’We kunnen geen grote dingen doen,’ zei moeder Theresa eens. ‘Maar wel kleine dingen met grote liefde.’ Laten we dat maar doen. Met liefde voor het leven: zowel dat van onszelf als dat van anderen.

Mevrouw Doornenbal is klinisch psycholoog en lid van de PKN gemeente in Driebergen. Zij is auteur van verschillende boeken, zoals ‘Geloven zoals je bent.’ Haar laatste boek is: ‘Reizen door nieuw land; over ouder worden met perspectief.’ Uitgave Boekencentrum.

Hebben jullie een vraag of heeft uw kind of kleinkind een vraag? Stuur die gerust door naar predikant@pknechtenerbrugoosterzee.nl. We gaan met die vragen aan de slag!