Ik krijg wel eens de vraag: waar komt jouw naam eigenlijk vandaan? Is het een Nederlandse naam, Sifra? Sommige mensen kennen de naam Sifra wel uit de bijbel. Hij staat er welgeteld één keer in, dus voel je niet bezwaard als je het verhaal nog niet kent. Als mensen weer eens deze vraag stellen, dan vertel ik dat het eigenlijk een Hebreeuwse naam is. Een naam van een vroedvrouw in het Oude Egypte.
Ooit hadden de zonen van Jakob een stuk land gekregen in Egypte: Gosen. Daar hadden ze geen last van de hongersnoden waar ze in hun oude land mee te maken kregen. Lang was het leven daar goed. Maar de jaren verstreken en de Egyptenaren vergaten wie Jozef was en waarom de zonen van Jakob in hun midden woonden. De zonen van Jakob waren inmiddels een heel volk geworden: Israël. De Egyptenaren voelden zich bedreigd: Zo’n volk zou zomaar de macht kunnen grijpen en de Egyptenaren zelf kunnen verdrukken! De Farao van Egypte dwong de Israelieten tot slavenwerk. Maar het volk bleef groeien en de angst van de Farao groeide verder. De Farao vroeg daarom aan twee vroedvrouwen, Sifra en Pua, of zij alle jongetjes van het volk Israël in de Nijl wilden gooien. De meisjes mochten blijven leven, want die konden toch geen oorlog voeren – dacht men toen. De vroedvrouwen knikten, maar besloten bij zichzelf: Wij gaan geen baby’s doden. Zij waren de Farao niet gehoorzaam. Burgerlijke ongehoorzaamheid zouden we nu zeggen. De vroedvrouwen wisten wel dat de doodstraf stond op ongehoorzaamheid, maar ze hadden meer respect voor het leven wat God gemaakt had dan voor de Farao. Na een tijd merkten de dienaren van de Farao op dat de jongetjes gewoon bleven leven. Daarom vroeg de Farao aan de vroedvrouwen: Waarom laat u de jongetjes leven? De vroedvrouwen hadden hun smoes al voorbereid: “De Hebreeuwse vrouwen zijn anders dan de Egyptische: ze zijn zo sterk dat zij hun kind al gebaard hebben voordat de vroedvrouw er is.” De Farao wist niet wat hij daar nou op moest zeggen en hij liet ze gaan. Omdat de vroedvrouwen ontzag voor God hadden gehad, schonk God henzelf ook kinderen.
Dit bijbelverhaal werd ooit in de Tweede Wereldoorlog veel gelezen en voorgelezen. Omdat het tussen de regels door een belangrijk feit vertelde. Het zei toen dat een situatie nou eenmaal kan vragen dat er gelogen en bedrogen moet worden om onderduikers te beschermen. Maar ook buiten de context van de Tweede Wereldoorlog is het belangrijk en is het een appellerend verhaal. Het vertelt dat wij als christenen gehoorzaam zijn aan een hogere macht. En dat af en toe van ons gevraagd wordt om onze nek uit te steken voor onrecht. Dat is zo waar nu als dat het toen was.
Ik wens jullie toe dat jullie denken aan de Heer van de Hemelse machten, bij wat voor keuzes jullie ook voor de kiezen krijgen.
Ds. Sifra Baayen